Blauwe muisjes

Het is alweer even geleden dat wij onze zoon uit Zuid-Korea mochten verwelkomen. Als gezin met al twee biologisch eigen dochters een bijzondere en emotionele ervaring. Nog los van het feit dat ik, die mijzelf altijd als meisjes-moeder had gezien, ineens moest omschakelen naar de belevingswereld van een opgroeiend jongetje, was het voor onze dochters ook een bijzondere gewaarwording. Ineens een broertje… en niet zoals andere kindjes in de klas. Nee, die konden eerst wennen aan de steeds dikker wordende buik van hun moeder. Het kamertje dat langzaam gestalte kreeg en waar zij vaak samen met mama de kleertjes konden vouwen en de knuffeltjes konden neerleggen in het wiegje dat al ruimschoots voor de tijd klaar stond .

Voor onze dochters was dat allemaal net even anders. Natuurlijk wisten ze dat ze misschien ooit nog een broertje of zusje zouden krijgen.  Dat was echter iets op de achtergrond, alle bijeenkomsten, procedures en bezoeken zijn aan hen (gelukkig) voor een heel groot gedeelte voorbijgegaan. Voor ons was het steeds een stapje verder in een soort van zwangerschap die uiteindelijk ruim vier jaar duurde. Toen wij het bericht kregen dat we ouders waren geworden van een prachtige zoon uit Zuid-Korea, konden we niet wachten om het de meiden te vertellen.

Met een mooie foto van hun nieuwe broertje verrasten we onze dochters met het grote nieuws. Ze waren er stil van. Met open mond keken ze naar de bruine baby op foto die hen met gitzwarte ogen aankeek. Dit was hun nieuwe broertje. Spannend! We legden uit dat hun broertje gebracht zou worden met een vliegtuig en een lange reis zou moeten maken vanuit Seoel. Dat begrepen ze wel; de ooievaar was in dit geval in dienst van de KLM, maar het resultaat was hetzelfde: we kregen een baby!

In no-time doorliepen we het proces van de voorbereidingen; onze zoon zou al snel aankomen. Negen maanden versneld uitgevoerd in een paar weken. Het kamertje werd klaargemaakt, de kleertjes gevouwen en de knuffeltjes neergelegd in het bedje waarin onze zoon zijn thuis zou gaan vinden. Zes weken nadat wij het goede nieuws hoorden, stonden we als voltallig gezin op Schiphol. Samen met drie andere ouderstellen wachtend op de grote blauwe vogel die ons onze zonen en broertjes zou brengen. Toen de wielen van de Boeing van KLM Asia de landingsbaan raakten, ging er een siddering door mij heen. Nog even en we waren met zijn vijven en helemaal compleet. Het vliegtuig taxide langzaam naar de gate die, speciaal voor deze bijzondere aankomst, vrij gehouden was van andere vluchten. De eerste reizigers kwamen naar buiten gevolgd door de bemanning. De captain liep op de groep wachtende adoptieouders af en lachte naar ons: ‘ze komen eraan hoor, ze hebben het prima gedaan tijdens de reis!’.  Babygehuil vulde de slurf en in de verte zagen we de begeleidsters aankomen met de kinderen op hun arm. Ik hoorde onze naam en ineens was hij daar. Hij keek me aan met zijn prachtige glinsterende zwarte ogen en ik nam hem over van de begeleidster: mijn zoon, ineens in mijn armen.  Tijdens dat moment leek de gate volledig leeg, nee, heel Schiphol bestond niet meer. Wij waren daar alleen met ons gezin en gingen volledig op in dat kleine mannetje dat nu onze zoon was!

Op de weg terug keek ik naar de achterbank. Daar waar op de heenreis een lege plek tussen onze meiden onze verwachting zo mooi illustreerde, keek ik nu naar een prachtige baby die in zijn maxi-cosi geflankeerd door zijn twee trotse zussen de reis naar huis maakte. Welkom thuis!