CickGPT vs ChatGPT
Laten we eerlijk zijn: toen ChatGPT plots als een raket de wereld van communicatie en content veroverde, kneep ik hem even. Niet zo’n klein beetje ook. Terwijl ik normaal gesproken mijn woorden zorgvuldig weeg, dacht ik nu vooral: “Ben ik straks overbodig?”
Als tekstschrijver ben ik gewend om met nuance, gevoel en precisie te schrijven. Maar plots stond daar een tool die in een oogwenk een tekst kon uitspugen over elk denkbaar onderwerp. Klonk aardig. Soms zelfs verrassend goed. En ik zou liegen als ik zei dat ik niet even mijn wenkbrauwen heb opgetrokken. Of even heb gegluurd naar vacatures in een andere sector. Iets met planten water geven, post sorteren, pakjes bezorgen….
Maar zoals dat gaat met nieuwe technologie, glipte de eerste paniek langzaam weg en maakte plaats voor nieuwsgierigheid. Wat kan die AI eigenlijk echt? En nog belangrijker: wat kan ík wat die AI niet kan?
Een band die dieper gaat dan data
Wat ik ontdekte, is dit: ChatGPT kan veel, maar het mist iets wat je niet kunt coderen – een band. Ik werk niet voor mijn klanten, ik werk met ze. Ik voel hun verhaal aan, stel de juiste vragen, lees tussen de regels. Ik hoor het trillen in hun stem als ze over hun droom of ervaringen vertellen. Ik zie het glinsteren in hun ogen als ze eindelijk durven uitspreken wat ze écht willen zeggen.
Een algoritme kent geen buikgevoel. Geen gewetensvraag. Geen stiltes waarin precies dát gebeurt wat een tekst betekenis geeft.
AI als assistent, niet als auteur
In plaats van AI als bedreiging te zien, ben ik het gaan inzetten als bondgenoot. Ik gebruik het als een slimme sidekick – een soort stagiair die nooit moe wordt, maar ook geen koffie nodig heeft. Ideaal voor het opzetten van structuur, het brainstormen van insteekjes of het controleren van consistentie. Maar de echte tekst – je weet wel: die met adem, kleur en hartslag – die komt nog altijd uit de pen die IK vasthoud.
Want een AI voelt geen vlinders. Weet niet hoe het is om je verlies te verwoorden of om net dat ene woord te vinden dat een klant diep vanbinnen raakt. Ik wel.
CickGPT
De ironie is mooi: ik, ooit huiverig voor AI, voel me nu een soort CickGPT. Want ja, ik gebruik AI waar het me helpt: voor structuur, suggesties of een snelle opzet. Maar de ziel van de tekst? Die blijft van mij. Ik klik niet zomaar wat in elkaar, ik verbind. Ik voel. Ik geef woorden mee die net zo hard kloppen als het hart van de klant waar ze voor geschreven zijn. Geen generieke prompt, maar persoonlijk contact – dat is wat CickGPT onderscheidt van welk algoritme dan ook.
Dus nee, de tekstschrijver verdwijnt niet. De rol verandert misschien een beetje. Maar zolang er verhalen zijn die verteld moeten worden met nuance, gevoel en menselijkheid, blijft er iemand nodig die luistert, aanvoelt en vertaalt. AI mag dan kunnen schrijven, maar ik bén schrijver. En dat is een verschil dat je leest, voelt, en onthoudt.