Ik val maar meteen met de deur in huis; ik ben niet echt een ster in loslaten…Ik mag graag controle hebben, de regie houden en vooraf bedenken wat er allemaal mogelijk zou kunnen gaan gebeuren. Dat laatste is overigens mijn specialiteit. Ik heb altijd plan A, B, C en eigenlijk tot en met Z tot in detail uitgewerkt klaar liggen. Op de vraag ‘wat als’ is het antwoord vooraf al beschikbaar.

Zakelijk gezien is dat niet zo’n probleem. Niet kunnen loslaten en de regie willen hebben betekent doorgaans vasthouden en daar hebben mijn opdrachtgevers over het algemeen geen problemen mee. Het is eerder handig dat ik op ieder moment altijd overal op voorbereid ben, alles al zo’n beetje bedacht heb en niet opgeef omdat ik moeilijk kan loslaten.

ik zit er bovenop
Privé ligt het echter anders… volledig anders kan ik je wel vertellen. Dáár brengt het niet kunnen loslaten heel wat andere dingen met zich mee. Wanneer je me beter kent dan alleen van ‘zij van die teksten’; dan weet je wellicht dat ik drie kinderen heb. Twee dochters en een zoon. En met de ervaring die ik in mijn jeugd heb mogen opdoen, ben ik het compleet anders gaan doen: ik zit bovenop mijn kinderen! Ik weet dat het erg irritant kan zijn; zo’n moeder die niet wil dat je op je plaat gaat, die meer wil gladstrijken dan alleen je shirtjes en eigenlijk een veel te grote vinger in de pap -die volwassen worden heet- wil hebben. En dus doe ik mijn best om de kinderen los te laten. Zoals mijn lief zegt: ‘ze hun eigen fouten te laten maken, want daar worden ze groot van’.

kinderen heb je te leen
Bij mijn twee dochters lukt dat aardig. Het helpt dat ze uit huis zijn en ik dus feitelijk niet meer met alles wat ze doen geconfronteerd hoef te worden. Met de jongste ligt dat nog even wat anders moet ik, met het schaamrood op de kaken, bekennen. Misschien ken je hem van mijn adoptieblogs. Ruim 20 jaar geleden mochten we onze zoon vanuit Korea in onze armen sluiten. Trots en dapper schreef ik enkele blogs later dat ouders kinderen te leen hebben, maar de waarheid was dat ik hem in mijn armen sloot en die armen hermetisch verzegelde. Wat wilde ik graag dat zijn pad over rozen zou gaan. Als ik hem stevig zou vasthouden, dan zou dat vast helpen.

vleugels uitslaan
Dat kleine ventje is inmiddels 21. Stoer, knap, breedgeschouderd, onbesuisd en hevig verliefd op een prachtig en lief meisje. Wat passen ze goed bij elkaar en wat is het mooi om te zien wat liefde met hem doet. Ik merkte dat ik zelfs wat meer durfde los te laten. Dat was en is een goed teken, sprak een stem in mijn hart. Misschien werd het zelfs tijd voor hem om zijn vleugels uit te slaan. Ik kreeg er een soort van vrede mee. Hij zou op termijn uit huis, gewoon, gezellig appartementje in de buurt. Nog geen wasmachine, dus regelmatig met een zak vol polo’s, spijkerbroeken en vesten naar mama. Ik zou me storen aan de schone kleren die erbij zaten, want natuurlijk gooide hij ook op zichzelf wonend, liever kleren in de was dan ze te moeten opvouwen. Ze zouden zo af en toe komen eten en ik zou ruim de tijd krijgen te leren hem volledig los te laten.

Zó had ik het bedacht. Ik kon ermee leven.

uitzwaaien
Maar de waarheid is dat ik hem over anderhalve week naar het vliegveld breng. Hem uitzwaai wanneer hij samen met zijn liefste naar het buitenland vertrekt om daar te gaan werken. Niks appartementje in de buurt, niks onnodig schone was in mijn wasmachine, niks af en toe komen eten, niks langzaam wennen. Gewoon binnen vier weken solliciteren, aangenomen worden, zaakjes regelen en wegwezen. Loslaten van 0 tot 100 in een milliseconde.

Het wordt wel even dingetje en ik vind er best wel wat van. Uit huis en samenwonen is te behappen, maar voor jezelf zorgen in vreemd land, duizenden kilometers verderop én met een nieuwe baan; ik geloof dat mama het lastiger vindt dan zoon zelf.

En dus ben ik op het punt aangekomen dat ik moet gaan loslaten. De regie uit handen moet geven en de controle over moet laten aan hen die het betreft. Mijn zoon vertrekt naar het buitenland; het wordt een leerzaam traject…. Voor ons allebei.