Mijn laatste moederdag met mijn eigen moeder vierde ik in 1981; niet wetende dat dit haar laatste zou zijn…  Geen idee wat ik toen gegeven heb. Ik was 14, dus de tijd van tekeningen en knutselcadeautjes waarschijnlijk al lang gepasseerd.

Misschien heb ik toen wel Fenjal voor haar gekocht; ken je dat nog, Fenjal? Zo’n turqoise flesje met een witte melkachtige substantie. Het rook héél sterk (althans in mijn gedachten) en als je het met je vingers opbracht (achter de oren natuurlijk), dan had je nog dagen de geur aan je handen. Fenjal was een favoriet van mijn moeder, samen met L’Air du Temps van Nina Ricci. Al gebruikte ze die volgens mij voornamelijk tijdens feestelijke gelegenheden. Omdat Fenjal binnen het budget van een tienerportemonnee past; schat ik de kans groot in dat het die geworden is met Moederdag. En niet de voor mij destijds totaal onbetaalbare fles van Nina Ricci.

L’Air du Temps
Toen ik laatst bij de parfumerie was, zag ik het ineens staan. L’Air du Temps! Het bestaat na  al die jaren nog steeds; het sierlijke flesje met de bijzondere dop; de twee witte vogels op de gele verpakking; de bloemige geur van anjers. Ik moest er gewoon aan ruiken! En meteen ben ik terug in de tijd. Ik zie mezelf op een zomerdag thuiskomen uit school. Mijn moeder in de achtertuin, ze hangt de was op aan de droogmolen; de tafel is al gedekt. Samen eten we een boterham, spelen nog een spelletje kaarten en dan ga ik weer naar school. ‘Doeg, mam, tot straks’.  Zo ging het dag na dag, zomer na zomer.  Als ik om half vier het pad naar de deur oploop, is ze er natuurlijk weer.  Met een kop thee en wat lekkers. Als ze er een keertje niet was, duurde het nooit lang voordat ik haar kleine autootje de straat in hoorde scheuren.

Chips in het weekend
Mijn moeder was van de pindarotjes in de kast (ze dacht: uit het zicht), een doos Mon Cherie kersenbonbons onder haar bed (maar die vonden we ook) en zwemfeestjes op je verjaardag. Van dinsdag en vrijdag vis en frisdrank en chips in het weekend. Van goed je best doen op school en af en toe een schop onder je gat.  Misschien word je wat selectief in je herinneringen na al die jaren, maar voor mijn gevoel is het zo geweest. Ik wist niet beter of het zou altijd zo zijn totdat ik uit huis zou gaan en zij oud en grijs zou worden en op de kleinkinderen zou passen. En dan, als ze heel oud was geworden, en iedereen had zien opgroeien, dan pas zou ze dood gaan. Want zo hoort het toch?

Voor uw moeder?
Ik sta blijkbaar wat lang met het doosje in mijn handen, want de verkoopster vraagt of ‘dit ‘m dan moet worden’? ‘Echt een nostalgische geur, mevrouw’, spreekt ze me vriendelijk toe. ‘U zoekt iets voor uw moeder?’ Ik zet het flesje terug in het schap en leg haar uit dat dit het parfum van mijn moeder was, maar dat zij al bijna 40 jaar geleden is overleden. De verkoopster glimlacht en zegt dat ze zich er alles bij kan voorstellen.  ‘Wacht even’. Ze loopt bij me weg en ik zie haar in een lade rommelen. Ze komt terug en overhandigt me een proefflaconnetje L’Air du Temps. ‘Alstublieft. Voor u. Gewoon om af en toe even aan te snuffelen’.