Sociaal Maatschappelijk Ondernemen: iedereen doet mee!
Het mag een bijzondere prestatie genoemd worden; afgelopen week bereikte BTE trede 1 van de PSO-Prestatieladder. Een kroon op het werk van veel betrokken collega’s en een mooie waardering voor de wijze waarop BTE omgaat met Sociaal Maatschappelijk Ondernemen.
Om met de formele definitie van de PSO-Prestatieladder te beginnen: De Prestatieladder Socialer Ondernemen (PSO) is een wetenschappelijk onderbouwd meet- en registratie-instrument en een kwaliteitskeurmerk van TNO dat inzicht geeft in de mate waarin organisaties meer dan gemiddeld sociaal ondernemen, gericht op de arbeidsparticipatie van kwetsbare groepen op de arbeidsmarkt. SROI heet dat: social return on investment. Maar wat houdt dit in de praktijk in?
SOCIALE INKOOP
Binnen BTE heeft Elise Hoeboer zich toegelegd op SROI. Elise legt uit: ‘Onlangs zijn we als BTE ge-audit voor de PSO-Prestatieladder. De auditor heeft gekeken hoe we als bedrijf een prestatie leveren als het gaat om het te werk stellen en/of houden van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt én in hoeverre het bedrijf bij de inkoop van haar producten en diensten het sociale aspect hiervan meeneemt. Denk voor dat laatste bijvoorbeeld aan de kerstpakketten: deze zijn ingepakt door een bedrijf waar mensen met een beperking werken. Of bijvoorbeeld het organiseren van externe vergaderingen: dat doen we vaak bij De Droom, in Elst/Beuningen. Hier werken mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt in de bediening en verzorgen zij de vergaderzalen. Als het om onze eigen medewerkers gaat, betekent SROI dat we mensen die hun eigen werk niet meer kunnen doen (door ziekte en/of letsel) niet laten uitstromen, maar alles op alles zetten om voor hen binnen de organisatie een passende werkplek te vinden. Ook bij de werving van nieuwe medewerkers wordt gekeken of mensen uit deze doelgroep (bijvoorbeeld langdurig werklozen, mensen met een arbeidsongeschiktheidsuitkering zoals Wajong, WIA en WAO of mensen uit de bijstand) geschikt zijn’.
AUDIT
De PSO-Prestatieladder kent 4 stadia: de aspirant status, trede 1, trede 2 en trede 3. Tijdens de audit kijkt de certificerende instantie naar hoe de organisatie omgaat met SROI en worden er gesprekken gevoerd met de betreffende medewerkers. ‘De auditor heeft in ons geval enkele medewerkers en hun leidinggevenden gesproken. Hoe is het hen bevallen om vanuit een dergelijke situatie bij BTE in dienst te zijn? Het was mooi om van de auditor te horen dat iedereen erg positief was en men een prettige werkplek gevonden had waarin men gewaardeerd werd. Ook werd gesproken met Wendy Wichers, HR adviseur en Casemanager binnen BTE. Met Wendy werd doorgenomen hoe BTE omgaat met mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt’.
Vast onderdeel van de audit is de dossiercontrole; heeft het bedrijf de administratieve afhandeling van SROI-zaken goed geregeld. ‘Als laatste vond een gesprek plaats met de directielid Eric de Groot en Manager QSHE manager Klaas Huijgen’, gaat Elise verder. ‘Hierin kwam de visie van BTE op SROI aan de orde: Iedereen telt mee. We halen kracht en plezier uit onze relaties en het gemeenschappelijk belang. We luisteren naar elkaar en bieden elkaar de helpende hand. Goed werkgeverschap vraagt om sociale betrokkenheid. Daarom wil BTE werkgelegenheid bieden aan denkers en doeners met verschillende kwaliteiten en mensen met al hun mogelijkheden en onmogelijkheden’.
Het resultaat van de audit was de bevestiging dat BTE trede 1 van de PSO-Prestatieladder heeft behaald. De certificerende instantie beschrijft dat als volgt: Uw organisatie presteert bovengemiddeld in het bieden van werkgelegenheid aan de PSO-doelgroep. Dit betekent dat u aan meer personen uit de PSO-doelgroep werkgelegenheid biedt dan organisaties van dezelfde grootteklasse. Uw organisatie voldoet ook aan de kwalitatieve eisen met betrekking tot passend werk, integratie, functioneren, ontwikkeling en begeleiding. Organisaties die de norm voor trede 1 halen, presteren wat betreft socialer inclusief ondernemen boven het gemiddelde van alle organisaties met minstens één medewerker uit de PSO-doelgroep in Nederland in dezelfde grootteklasse: ze behoren tot de 35% best presterende bedrijven.
GEEN DOEL OP ZICH
Het behalen van de certificering is volgens Klaas Huijgen niet een doel op zich. ‘Het gaat uiteindelijk om het beleid dat je op dit gebied maakt. Het behalen van trede 1 is puur de bevestiging van dat wat we al deden. Dat maakt het niet minder waard, zeker niet. BTE is één van de weinige betonfabrieken die deze trede behaald heeft. We zijn daarin echt onderscheidend!’
Rest nog de vraag waarom BTE ervoor gekozen heeft om de certificering in gang te zetten en trede 1 te willen behalen. Klaas Huijgen: ‘Dat is tweeledig. Ten eerste heeft het te maken met aanbestedingen voor opdrachten waar we als bedrijf op willen inschrijven. Met name bij opdrachten die door de overheid uitbesteed worden komt SROI als verplichting om de hoek kijken. Je moet als aanbieder kunnen aantonen dat je investeert in je sociale bijdrage. Door je te certificeren wordt je sociale investering aantoonbaar. Ten tweede is BTE een maatschappelijk betrokken bedrijf. Bij ons is ieder mens even waardevol. Als goed werkgever zijn we sociaal betrokken. Daarbij hoort dat er binnen BTE plek is voor mensen met verschillende kwaliteiten en een verschillende achtergrond!